Onderstaande tekst sprak GroenLinks fractievoorzitter Marieke Alberts vanavond uit in de raadsvergadering tijdens de bespreking van het voorstel over de gefaseerde uitvoering van het Huis van de Stad.

Voorzitter,

Terug naar het oude stadhuis, dat was inzet van meerdere partijen bij de verkiezingen in 2014. Verschillende scenario’s over wat te doen met dat gebouw aan de Generaal Spoorlaan waren in de loop van de jaren de revue gepasseerd. De eerder geplande torens bleken luchtkastelen en invulling door commerciële of andere partijen lukte niet. Slopen of renoveren, dat waren en zijn de enige overgebleven realistische scenario’s. In ons verkiezingsprogramma schreven we daarover het volgende:

“Slopen kan op de korte termijn goedkoper lijken dan renovatie, maar zal dat in de praktijk niet zijn. Zeker niet als je de maatschappelijke en duurzaamheidaspecten ook een rol laat spelen. GroenLinks is daarom vóór het behoud van het oude stadhuis. In eerste instantie om het in zijn oude functie te herstellen. (...) Een tweede mogelijkheid is om er zorg- en/of maatschappelijke functies een plek te geven.”

Die maatschappelijke functies komen met Trias, de bibliotheek, Welzijn Rijswijk en Sociaal Wijkteam Oost nu terug in het Huis van de Stad scenario. De combinatie van gemeentehuis met deze functies op deze locatie zien we als grote meerwaarde. Het zorgt voor een mooie verbinding met cultuur op een belangrijke historische plek.

En dat is winst. Winst voor de wijk, voor de leefbaarheid van de stad, voor Rijswijk als zelfstandige gemeente. Het Huis van de Stad is meer dan alleen een gebouw of een kille rekensom. De meerwaarde van de investering zit in een veel breder verband. Het geeft een impuls aan de directe omgeving en dat is hard nodig. Het Hendrik Ravesteijnplein winkelgebied kan wel een zetje in de goede richting gebruiken en voor het oude stadscentrum is eenzelfde impuls bepaald geen overbodige luxe. Teveel sturen op alleen de kosten van het Huis van de Stad is kortzichtig en vormt een bedreiging voor andere voorzieningen en kan het zelfstandig bestaansrecht van Rijswijk in gevaar brengen. Daarover spraken we vorig jaar in het kaderdebat:

“(...) Het zelfstandig bestaansrecht [van Rijswijk] is geen vanzelfsprekendheid. We zitten ingeklemd tussen grotere steden met een hoog voorzieningenniveau en er is druk op voorzieningen in Rijswijk. Dat geldt met name voor de winkelcentra In de Boogaard en Oud Rijswijk en voor onze bedrijventerreinen. Tegenover het groeiende inwoneraantal staat een leegstand van winkels en bedrijfspanden. Bij iedereen leeft zo langzamerhand wel het besef dat alleen afwachten op andere tijden – betere tijden zo u wilt – niet voldoende is. Met achterover leunen en afwachten gaan we het niet redden. Dat zal alleen maar leiden tot een verdere verslechtering van de situatie en een bedreiging vormen voor het bestaansrecht van Rijswijk.

(...)  Investeren in voorzieningen, in het groen en in het milieu zijn absoluut noodzakelijk. Onder die voorzieningen scharen we in het bijzonder de kunst en cultuur. Kunst en cultuur zorgen voor reuring in de stad, het stimuleert mensen in hun creativiteit en het verbindt mensen. Benadruk de historie van Rijswijk en maak het zichtbaar, zowel in het oude als in het nieuwe Rijswijk. Het nieuwe Huis van de Stad ligt op een belangrijke historische plek en hetzelfde geldt voor Sion. Dit alles is een noodzakelijke voorwaarde voor de leefbaarheid en het bestaansrecht van Rijswijk (...)”

Met het Huis van de Stad geven we kleur aan de Rijswijkse identiteit. Door daarin te investeren laten we zien dat Rijswijk meer is dan een paar huizen en bedrijven op een stukje grond. Doen we dat niet, dan moeten we niet vreemd opkijken als Rijswijk wordt opgeslokt door de buurgemeentes. Alles boven de A4 kan zo naar Den Haag en alles onder de snelweg kan dan naar Delft. RijswijkBuiten, het Wilhelminapark, Vrijenban en de golfclub wil Delft er vast wel bij hebben en de rest zal Den Haag wel lusten. De Rijswijkse centen worden verdeeld en het scheelt een hoop kosten en administratieve rompslomp.

Het lijkt ons geen onrealistisch scenario als we niet bereid zijn te investeren in de eigen stad. Investeer in het Huis van de Stad en daarmee in Oud-Rijswijk. Investeer in vergroening van het Bogaardplein en daarmee in In de Bogaard waar het prettig wonen, winkelen en verblijven is. En investeer in zowel fysieke als digitale infrastructuur in de Plaspoelpolder waar het bedrijfsleven van de toekomst een goede bereikbare plek heeft. Realisatie van het Huis van de Stad is niet het enige wat nodig is om het zelfstandig bestaansrecht van Rijswijk te benadrukken, maar het is, wat GroenLinks betreft, wel een belangrijk onderdeel daarvan.

Andere scenario’s dan de nu voorliggende, realisatie van het Huis van de Stad of sloop, zijn niet realistisch gebleken. GroenLinks wil niet langer wachten op nog meer onderzoek naar oude scenario’s of varianten daarvan. De tijd van pappen en nathouden is voorbij en we willen een knoop doorhakken. Voor een goed leef- en vestigingsklimaat, voor cultuur en historie, voor de Rijswijkse identiteit en voor het bestaansrecht van Rijswijk wil GroenLinks een sprong vooruit maken. En daarom, voorzitter, kiezen wij voor het Huis van de Stad.