Dankzij het college is Pontje Keereweer uit de vaart. Tijdens de raadsvergadering op 6 november bleek dat de overeenkomst die met de exploitant, firma Vrij, eind vorig jaar is gesloten tot en met 2014 door het college al voor aanvang van de vergadering was ontbonden zonder de raad hierover te informeren. Voordat wethouder Jense dit bekend maakte, sprak GroenLinks fractievoorzitter Marloes Borsboom de volgende tekst uit:

Van de gemeenteraad wordt verwacht een beslissing te nemen over het pontje. Wil de gemeenteraad de veerdienst behouden en is de raad bereid de daarvoor benodigde financiële middelen ter beschikking te stellen? Dat is de vraag die vandaag centraal wordt gesteld.



Goede informatie is voor de te nemen beslissing van belang en daarom liggen er dikke rapporten over de veerdienst en er is een raadsvoorstel geformuleerd door het college mede op basis van die rapporten. Belangrijke informatie ontbreekt echter.



In de aanloop naar deze raadsvergadering heeft de fractie van GroenLinks het college verzocht om een afschrift van de overeenkomst die namens de gemeente is gesloten met de firma Vrij, de exploitant van het pontje. Dat afschrift is zo’n twee weken geleden opgevraagd. Eind vorige week vernamen wij via de griffie dat het verzoek moest worden besproken in het portefeuillehoudersoverleg en dat afhankelijk daarvan de stukken op zijn vroegst maandagmiddag (gisteren dus) ter inzage zouden kunnen worden gelegd op de griffie. Toezending per post of e-mail of plaatsing op de website van de raad, ook op het beveiligde deel er van, zou hoe dan ook niet mogelijk zijn.



De afdeling Stiekem van de gemeente Rijswijk laat zich weer eens van zijn aller-slechtste kant zien. Waarom krijgt de raad deze stukken niet? En waarom moet ieder raadslid die daarvan kennis wil nemen op het fietsje naar het stadhuis om aan die informatie te komen, nota bene een dag voor de raadsvergadering of de dag van de raadsvergadering? En waarom moet de relevante passages uit het hoofd worden geleerd of worden overgeschreven, in dit geval in het bijzijn van een ambtenaar? Wat is dat voor gekkigheid? Het is diep treurig dat de raadsleden als een stel kleuters wordt behandeld en zich zo laat behandelen.



•    Wat mag er vandaag wel of niet gezegd worden over de afspraken die er door de gemeente zijn gemaakt met de exploitant van het pontje?

•    Mag er gezegd worden hoe de keuze voor deze exploitant tot stand is gekomen?

•    Mag er gezegd worden welke waarborgen voor de veiligheid van passagiers er wel of niet zijn bedongen?

•    Mag er gezegd worden welke eisen er wel of niet zijn gesteld aan de opleiding en vaardigheid van de schipper?

•    Mag er gezegd worden of, en zo ja wat, er iets is afgesproken over het varen onder slechte omstandigheden?

•    Mag er gezegd worden voor welke periode er een overeenkomst is aangegaan?

•    Kan de overeenkomst tussentijds worden opgezegd en door wie en onder welke voorwaarden?

•    Mag er gezegd worden welke vergoeding de gemeente betaalt aan de exploitant?

•    Mogen we zeggen waar het exploitatierisico ligt, bij de gemeente of bij de exploitant?



Al deze informatie is natuurlijk essentieel voor de beslissing die de raad moet nemen. Je kunt onmogelijk een weloverwogen beslissing zonder deze informatie.  





Als de overeenkomst bijvoorbeeld bepaalt dat de exploitant moet instaan voor de veiligheid van de passagiers en daarvoor benodigde waarborgen moet bieden tegen een bepaalde vergoeding door de gemeente, dan hoeven we als raad niet te beslissen over een aanpassing van het budget. De extra kosten vallen dan waarschijnlijk binnen het ondernemersrisico van de exploitant. Het kan ook zijn dan het op een andere wijze is geregeld, maar het is in elk geval noodzakelijk om die informatie beschikbaar te hebben.

En ik weet wel hoe het geregeld is, want Lammert van Dijk is vanochtend op het fietsje naar het stadhuis gegaan om de stukken in te zien en heeft netjes aantekeningen gemaakt in zijn schriftje en heeft keurig verslag gedaan aan zijn fractievoorzitter, maar we mogen er in de openbaarheid niets over zeggen.



Als de overeenkomst bijvoorbeeld voor een langere periode is aangegaan, dan heeft dat uiteraard financiële consequenties voor de gemeente, ook al zouden we daar als raad in de begroting van 2013 en verdere jaren (nog) geen rekening mee hebben gehouden. Het raakt dus ook de juistheid van de begroting. Als er bijvoorbeeld een overeenkomst is gesloten voor een periode van vijf of tien jaar, dan betekent het dat we hoe dan ook een financiële verplichting hebben ten opzichte van de exploitant, iets waar in de begroting geen rekening mee is gehouden.



Al deze informatie is dus essentieel voor de beslissing die de raad moet nemen, maar mag, als het aan het college ligt, niet in de openbaarheid worden besproken. Dat betekent ook dat we niet op een zinvolle wijze kunnen debatteren over deze kwestie, althans niet in het openbaar of niet zonder de geheimhouding te schenden en daarmee een strafbaar feit te plegen. We worden op die wijze gemuilkorfd, overigens zonder dat de geheimhouding door de raad is bekrachtigd. Of die bekrachtiging plaatsvindt, zou pas in de eerstvolgende besloten vergadering aan de orde kunnen komen.

Wat GroenLinks betreft gaat de geheimhouding er onmiddellijk vanaf zodat we vanavond op een zinvolle wijze, in het openbaar, kunnen praten over het pontje.



Het ordevoorstel van GroenLinks is daarom om de vergadering nu besloten te maken en te beslissen over het al dan niet bekrachtigen van de geheimhouding op deze stukken en direct daarna de openbare vergadering voort te zetten. We kunnen dan als raad verder praten, hetzij gemuilkorfd met de handen op de rug gebonden (als een meerderheid van de raad vóór bekrachtiging van de geheimhouding is) of in alle openheid (als een meerderheid van de raad dat wil). De keuze van GroenLinks daarin kent u inmiddels.



Dan de kwestie zelf (tekst uitgesproken nadat geheimhouding is opgeheven)



In het raadsvoorstel en het eerder door het college uitgegeven persbericht wordt de suggestie gewekt dat er een keuze moet worden gemaakt tussen het laten varen van het pontje en het verbeteren van de veiligheid op het kruispunt Jaagpad-Haantje-Lange Kleiweg. Er staat in het persbericht te lezen dat het college geen voorstander is van het hervatten van de veerdienst; gekozen wordt voor het vergroten van de verkeersveiligheid over de weg. Zo staat het ook in het raadsvoorstel: “Het college kiest voor verkeersveiligheid. Zo spoedig mogelijk wordt de inrichting van het kruispunt ’t Haantje-Lange Kleiweg-Jaagpad aangepakt. (….) Dit betekent in onze ogen dat er niet hoeft te worden teruggekomen op het eerder genomen raadsbesluit om de veerpont uit dienst te nemen.”



Er wordt een keus opgedrongen die niet hoeft te worden gemaakt. Als je voor het pontje bent, ben je niet noodzakelijkerwijs tegen de verbetering van de veiligheid van het kruispunt. Omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. Wij wijzen er ook op dat in het raadsvoorstel bij keuze B (het definitief opheffen van de veerdienst) ook niet een koppeling is gemaakt met de verbetering van de kruising. Het gaat dus alleen om het pontje. Verbetering van de kruising is een andere kwestie, die los van de discussie over het pontje zal moeten plaatsvinden.



Maar er is nog iets anders dat buitengewoon storend is in het voorstel. Er staat: “Dit betekent in onze ogen dat er niet hoeft te worden teruggekomen op het eerder genomen raadsbesluit om de veerpont uit dienst te nemen.”

Welk raadsbesluit??????



De raad heeft nooit beslist om de veerpont uit de dienst te nemen. De raad heeft vorig jaar bij de begrotingsbehandeling juist de wens uitgesproken om de veerdienst te behouden in reactie op het voorstel van het college om de dienst te beëindigen en heeft daartoe zonder stemming bij de 1e halfjaarrapportage 2011 op 30 juni 2011 ingestemd met een korting op de veerpont van 30.000 euro in 2011 en 60.000 euro in 2012 en verder. Het was juist een wens van de raad om de veerdienst te behouden. De beslissing om de pont uit de dienst te nemen is een beslissing van het college geweest, genomen na het ongeval.



De raad gaat over het budget, het college gaat over de exploitatie en niet andersom. In de raadsvergadering van 26 april 2012 heeft wethouder Jense in reactie op een vraag van de heer Lugthart ook nog eens benadrukt dat niet híj niet alleen degene is geweest die de beslissing heeft genomen de pont uit de vaart te nemen, maar dat dat een beslissing is geweest van het gehele college. Daarom is buitengewoon merkwaardig dat in het raadsvoorstel een voorstelling van zaken wordt gegeven die volstrekt onjuist is. In de richting van de bewoners van Rijswijk wordt zo de –onjuiste- suggestie gewekt dat de raad de veerdienst heeft stopgezet en niet het college. Die suggestie die nog eens wordt versterkt door de raad de beslissing te laten of de veerdienst al dan niet moet worden hervat, terwijl die bestuursbevoegdheid bij het college ligt. De raad kan hooguit vragen om hervatting, maar niet beslissen tot hervatting.



Uiteraard gaat de raad wel over het budget. In dat opzicht lijkt het college lekker achterover te leunen: als de raad wil dat de pont in de vaart blijft, dan moet de raad zelf maar aangeven hoe het betaald moet worden. Mogelijke financieringsbronnen worden door het college niet genoemd, laat staat dat enige suggestie wordt gedaan. Je zou uiteraard kunnen zeggen dat het college daar ook niet toe verplicht is, maar meedenken is niet verboden en lijkt ons zelfs gewenst, zeker als de informatie die voor de beoordeling nodig is bij het college aanwezig is en daar tevens de ambtelijke bijstand voorhanden is.



Naast de informatie over de overeenkomst met de exploitant ontbreekt er nog meer informatie in het raadsvoorstel.

Er wordt ten onrechte gedaan alsof er twee keuzes zijn: opheffen van de veerdienst of het hervatten met alle voorgestelde maatregelen. Er is een derde optie, althans die is wellicht mogelijk, namelijk hervatten van de exploitatie op de wijze waarop die vóór 1 januari 2012 plaatsvond. Dat die mogelijkheid is onderzocht, blijkt niet uit het voorstel.



In de rapportage ontbreekt een overzicht van het aantal ongevallen dat zich in de periode vóór 1 januari 2012 heeft voorgedaan. Er worden allerlei mogelijk scenario’s geschetst en die worden in een risicomatrix opgenomen, maar ervaringsgegevens lijken niet te zijn betrokken in de beoordeling. Dat is merkwaardig. Ervaringen uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst, maar een zekere mate van waarschijnlijkheid kan men er wel uit afleiden. Daar komt bij dat het bezoek aan Breukelen in ieder geval heeft opgeleverd dat de menselijke factor bepalend is voor de veiligheid of onveiligheid van de pont en niet zozeer het budget.



In het verslag van het overleg met de bewonerscommissie valt te lezen dat er na de veiligheidsinventarisatie een voorstel aan de raad zal worden gestuurd. “De insteek van het voorstel is om het pontje terug in de vaart te krijgen, hierbij wordt aangegeven wat daarvan de kosten zijn (op dit moment is er geen geld geraamd in de begroting).”

Die insteek, zoals die aan de bewoners is voorgehouden, vinden wij niet terug in het voorstel, integendeel. Het is overduidelijk de bedoeling van het college om de pont uit de vaart te houden.

De bewoners verwachtten ook een dergelijke houding, want in het verslag valt te lezen: “CRZ twijfelt eraan dat de raad in staat is om een besluit te nemen binnen twee weken nadat men het voorstel heeft ontvangen. (….) CRZ verwacht dus een avond lang praten en uiteindelijk is er geen zicht op financiering. Want tot nu toe is er geen effort gestoken in het vinden van aanvullende gelden!” Hiermee slaat men de spijker op de kop. Het is overduidelijk dat het college niet wil en geen tot weinig moeite doet om het in de vaart houden van de pont mogelijk te maken. Om die reden is het merkwaardig dat er maar liefst € 65.000,- is uitgetrokken voor onderzoek.



Uit eerder onderzoek bleek dat de exploitant en de gemeente door kunnen gaan met de exploitatie van het pontje mits de aanbevelingen van OVV zouden worden overgenomen. Er is veel geld uitgetrokken om aan die aanbevelingen gevolg te geven, althans om op basis van die aanbevelingen een inventarisatie te maken. Daar is dat bedrag van € 65.000,- voor vrijgemaakt, overigens zonder dat de raad daar de dekking voor heeft moeten aangeven.

Dat is natuurlijk weggegooid geld als je als college hoe dan ook niet door wilt met het pontje. Nu lijkt het er op dat het geld alleen te zijn aangewend om de aftocht te dekken en te kunnen zeggen tegen de Rijswijkse bevolking: “We hebben er alles aan gedaan, maar het bleek niet haalbaar en de raad wilde het niet.



Met de exploitant is een overeenkomst gesloten die voorziet in een privatisering van de veerdienst. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van drie jaren, d.w.z. tot en met 2014. De vergoeding (subsidie) die de gemeente aan de exploitant betaalt is € 50.000,- op jaarbasis, exclusief omzetbelasting. De personeelskosten, het reguliere onderhoud, de brandstofkosten en smeermiddelen zijn voor rekening van de exploitant. Het groot onderhoud (vervanging van de motor) komt voor rekening van de gemeente. Het tarief is € 0.10 per oversteek en de vaartijden zijn van 7.00 tot 17.00 uur. Het pontje en het reservepontje worden ter beschikking gesteld door de gemeente en de exploitant mag ook gebruik maken van de keet aan het Jaagpad.



Er ligt dus een overeenkomst tot en met 2014. Die is eind 2011 gesloten. Om die reden is het merkwaardig dat in de begroting van 2013 en 2014 geen bedrag is opgenomen voor de exploitatie van de pont. Die verplichting ligt er namelijk op basis van de gesloten overeenkomst.



De gemeente stelt de pont ter beschikking. Die zal moeten voldoen aan de veiligheidseisen. Aanpassing zal voor rekening komen van de gemeente als groot onderhoud en de exploitatie is verder aan de exploitant. Die zal dat op een veilige en verantwoorde wijze moeten doen. Als dat meer inspanning en kosten vergt, zal dat in beginsel horen tot het gewone ondernemersrisico. Dat betekent dat de exploitatiekosten niet voor rekening komen van de gemeente.



Eind 2014 loopt de huidige overeenkomst ten einde en dan kan bekeken of de veerdienst moet worden voortgezet. De brug ligt er tegen die tijd en dan zal ook duidelijk zijn in hoeverre er nog behoefte is aan de veerdienst.



Kortom: pont aanpassen en doorvaren en in de begroting de verplichting opnemen die we als gemeente eind 2011 op ons hebben genomen.