Tijdens de buitengewone extra raadsvergadering op donderdag 31 mei 2012, ingelast vanwege het afscheid van burgemeester Ineke van der Wel, hield GroenLinks fractievoorzitter Marloes Borsboom namens de gemeenteraad de volgende toespraak. (De hiernaast getoonde foto kreeg de burgemeester als bedankje tijdens de aansluitende receptie.)

Voorzitter, mevrouw de Burgemeester!
Het Burgemeesterschap is een mooi vak, maar lang geen eenvoudig vak. Mensen veranderen, meningen veranderen en colleges en raden veranderen van samenstelling. Taken moeten decentraler, sneller, effectiever en met minder middelen worden uitgevoerd. Samenlevingen worden complexer door globalisering en de toename van informatiestromen. Het speelveld wijzigt doorlopend en de doelpalen worden vaak verschoven. Dat vergt veel van de vaardigheden van een Burgemeester. Wetgeving verandert, mede als gevolg van internationale invloeden, met grote regelmaat. Die veranderingen betreffen niet alleen de vele inhoudelijke taken die een Burgemeester moet vervullen, maar ook de positie van de Burgemeester zelf. En met de aanhef van deze toespraak: ‘Voorzitter, mevrouw de Burgemeester’ is een belangrijk en lastig aspect van de positie van de Burgemeester al aangestipt.

Met de invoering van het dualisme in het gemeentebestuur in 2002 is een scherpe scheiding aangebracht tussen College enerzijds en Raad anderzijds, maar de positie van de Burgemeester is bij die wijziging naar het oordeel van velen door de wetgever niet goed doordacht. Een Burgemeester is lid van het uitvoerend College en tevens voorzitter van de controlerende Raad. Bij de Grondwetsherziening van 2008 is voor die lastige positie van een Burgemeester veel aandacht geweest en in de Grondwet is sinds die tijd ook niet langer voorgeschreven dat de Burgemeester voorzitter is van de Gemeenteraad. Daarmee is de mogelijkheid geschapen om een andere invulling te geven aan het voorzitterschap van de Raad. Echter, de Gemeentewet bepaalt nog steeds dat de Burgemeester voorzitter is van de Raad en in de praktijk is aan die moeilijke positie van een Burgemeester dus niets veranderd.

Ook u, Burgemeester, heeft aangegeven dat de dualisering uw positie gewijzigd en bemoeilijkt heeft. Maar, u bent een bestuurder met een visie op Rijswijk. U heeft in de afgelopen 12 jaren uw taak als Burgemeester van Rijswijk met veel enthousiasme en inzet, met kennis en kunde vervuld en Rijswijk mag en moet u zeer erkentelijk zijn voor de vele verdiensten die u de gemeente de afgelopen jaren heeft bewezen: voor de vele zichtbare verdiensten en de vele minder zichtbare verdiensten.

Als handhaver van de openbare orde en bewaker van de veiligheid van alle Rijswijkers, als uitvoerder van diverse bijzondere wetten en als aanjager van de stedenband heeft u zich altijd met liefde en aandacht van uw taak gekweten, daarbij altijd kijkend buiten de grenzen van Rijswijk, met een scherp oog voor wat er om ons heen gebeurt.

Uw college en ambtenaren zijn vol lof over uw inhoudelijke kennis en inzet en ook buiten Rijswijk acht men uw kennis en inzet hoog. In de regio is men alom van mening dat we in Rijswijk trots mogen zijn op een burgemeester die zo voor haar stad opkomt.
In uw visie op Rijswijk vormen kernwaarden het uitgangspunt: hoe ziet een ideaal Rijswijk eruit en welke waarden passen daarbij. In uw nieuwjaarstoespraak van 2012 legde u de nadruk op de persoonlijke waarden van mensen. Daarin zei u o.a. het volgende:

“We moeten meer onze waarden definiëren en vervolgens vaststellen wie ons die kan helpen realiseren: als basiswaarde, of als toegevoegde waarde. Daarbij past dat ik u vraag ook naar uw eigen aanbod te kijken en ook op zoek te gaan naar uw toegevoegde waarde."

U deed in die toespraak een oproep om te investeren in de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen en die van onszelf en voegde daar aan toe:

"Want wie wil nou niet Rijswijk zo houden - of nog beter maken? Het is toch een mooie stad om te leven - wanneer dan door allerlei crisisachtige omstandigheden we minder geld kunnen uitgeven - moeten we toch op een andere manier investeren om onze mooie stad zo te houden. Niemand van ons zit te wachten op afbraak van alles wat we met zoveel betrokkenheid en trots hebben opgebouwd.”

Die visie spreekt ons allen aan. Namens de raad en daarmee indirect namens de Rijswijkse bevolking wil ik u veel dank zeggen voor het delen van uw waarden en uw waarde, die onmiskenbaar van belangrijke toegevoegde waarde is geweest de afgelopen twaalf jaren.

U had uw werkzaamheden in deze gemeente graag nog een aantal jaren willen voortzetten. Vele Rijswijkers hadden dat u én Rijswijk graag gegund, maar het loopt anders. Een meerderheid van de raadsleden en daarmee de Raad als geheel heeft een negatieve aanbeveling gedaan over een herbenoeming en dat is voor u na lange overpeinzingen aanleiding geweest af te zien van een mogelijke herbenoeming. U heeft daar over gezegd:

“Hoewel ik graag nog een aantal jaren in Rijswijk mijn werk had willen doen, vind ik daarvoor onvoldoende draagvlak in de raad. Ik heb lang getwijfeld over mijn beslissing. De afgelopen maanden waren zwaar. In die periode heb ik veel steun ontvangen in mijn werk en uit de Rijswijkse samenleving. Ik dank allen voor die steun en het vertrouwen.”

Het is geen geheim (wellicht beter gezegd: inmiddels geen geheim meer) dat de verhouding met de Raad niet altijd een gemakkelijke is geweest. De ingrediënten voor een complexe verhouding met de Raad zijn – ik noemde het zoëven al - inherent aan de keuze die de wetgever heeft gemaakt met betrekking tot de dubbele rol van de Burgemeester binnen het bestuur van een gemeente. Dat betekent uiteraard niet dat die relatie altijd een moeizame is. Of de relatie tussen Burgemeester en Raad een moeizame is, of wellicht in de loop van de tijd moeizaam wordt, hangt af van het samenspel tussen Burgemeester en Raadsleden, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid, eigen persoonlijkheid en opvattingen en ieder met zijn of haar eigen sterke en zwakke kanten, hebbelijkheden en soms helaas ook onhebbelijkheden.

U heeft aangegeven dat de afgelopen maanden zwaar voor u zijn geweest. Dat zal deels te maken hebben met de omstandigheid dát de aanbeveling van de Raad ten aanzien van de herbenoeming negatief was, maar dat zal ongetwijfeld ook te maken hebben met de wijze wáarop wij als Raad zijn omgegaan met de informatie die tijdens de procedure is gewisseld over uw functioneren en de wijze waarop dat in de media is gekomen. Het eerste is een politieke keuze, het tweede is van een geheel andere orde. Het optreden van de Raad stemt op dat punt in ieder geval tot droefenis. Een verontschuldiging voor die handelwijze van de Raad is naar mijn stellige overtuiging bij deze op zijn plaats, temeer daar het beeld dat naar buiten is gekomen niet altijd even genuanceerd is geweest en onvoldoende recht doet aan wat binnenskamers is besproken.

Ik begon mijn toespraak met de opmerking dat de complexer wordende samenleving veel van een Burgemeester vergt. Een Burgemeester is misschien het beste te vergelijken met een eenzame duizendpoot. Van die duizend pootjes zijn er in ieder geval 29 doorlopend bezet om de Raadsleden een beetje in het gareel te houden. Want ook raadswerk is mensenwerk. Of, zoals Maarten van Rossem het onlangs zei:

“Volksvertegenwoordigers zijn in veel opzichten vaak échte volksvertegenwoordigers. Ze begrijpen er namelijk, evenals de personen die ze vertegenwoordigen, vaak ook geen reet van.”

U merkt het al, de toon wordt wat luchtiger en het is tijd voor een wat minder formeel en meer persoonlijk woord, op het gevaar af dat we daarmee over de spreektijd heengaan en resoluut worden afgehamerd. Veiligheidhalve moeten we misschien de aanhef “Voorzitter, geachte Burgemeester’ daarbij maar wijzigen. Die aanhef mag, zeker bij een afscheid als voorzitter en Burgemeester, nu wel worden vervangen door een andere:

Lieve Ineke,

Als echte duizendpoot ben je aangetreden bij de millenniumwisseling en laat je Rijswijk achter als millenniumgemeente, een gemeente waarvan de doelstellingen passen bij jouw persoonlijke visie over hoe we als samenleving met elkaar omgaan en voor elkaar zorgen en dat heb je zichtbaar gemaakt. We hebben je zien optreden bij diverse bijeenkomsten, bij bezoeken aan de brandweer of politie, de jaarlijkse lintjesregen, bij talloze recepties en openingen en bij al even talloze bezoeken aan jubilarissen. Veel Rijswijkers zullen daaraan een mooie persoonlijke herinnering hebben. In dat opzicht verdient bijzondere vermelding de intocht van Sinterklaas bij mij op de hoek van de straat afgelopen december. Die gebeurtenis heeft diepe indruk gemaakt op mijn dochter Sara. Niet Sinterklaas staat sindsdien meer centraal, maar de Burgemeester. Dat is geen geringe prestatie!

Bijzondere vermelding verdient het Strandwalfestival, waarvan je de initiator bent. Kunst en cultuur vormen daarbij een verbindende factor, waarbij vanuit een historisch perspectief aandacht wordt gevestigd op de eigen identiteit van de Rijswijkers en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons allen. Daarmee heb je Rijswijk verrijkt, ook al kijkt de wethouder van financiën af en toe wat zuunigjes als de balans wordt opgemaakt. En zo is het natuurlijk wel vaker: wat de één als een verrijking ziet, ziet een ander soms een verarming. Maar gelukkig weet een beetje linkse tante met verschillen tussen arm en rijk wel raad.

We hopen dat je die enorme bijdrage aan de eigen identiteit van Rijswijk en de Rijswijkers met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons allen, ook buiten Rijswijk, bovenal met je mee zult dragen als je terugdenkt aan je functie als burgemeester van Rijswijk. Wij zullen dat in ieder geval zeker doen.

We wensen jou en de jouwen al het mooie, goede en waardevolle toe voor de toekomst. Het ga je goed. Dank je wel.