Vanavond heeft de gemeenteraad van Rijswijk de keuze om te gaan voor de woonbelangen van de burgers met kleinere inkomens of te kiezen voor marktwerking en korte termijn financiële belangen. Het voorliggende bod heeft als kern het stoppen met het bouwen voor de sociale woningvoorraad, oftewel de doelgroepenvoorraad. Daarmee stapt het college ver weg van de visie van 4 jaar geleden toen de woonvisie nog vroeg om een beleid dat is toegespitst op de sociale huisvesting.
Ik heb mijn best gedaan om in dit bod of in de later vanavond voorliggende woonvisie een degelijke argumentatie te vinden is, die duidelijk maakt waarom bouwen in de sociale sector niet naast bouwen voor middeldure woningbouw kan plaatsvinden. Maar ik moet constateren dat die helaas ontbreekt. Verduurzaming en grootschalig onderhoud zijn in eerdere vergaderingen en in de motie die ten grondslag ligt aan de koerswijziging van de gemeente de hoofdredenen voor het stoppen met nieuwe sociale woningbouw. Navraag bij de corporaties maakt duidelijk dat hier inderdaad veel werk te verrichten valt, maar ook dat er reeds behoorlijk wat projecten zijn opgeleverd. Sociaal nieuwbouwen en duurzaam onderhoud plegen kan prima naast elkaar. Het een sluit het ander niet uit. Dat uitsluitende besluit maakt het college echter wel voor de corporaties. Dat er geen overeenkomst tussen gemeente en corporaties is aangaande de inhoud van het bod, zegt al genoeg (over het verschil van inzicht tussen het college en de corporaties).
De wachtlijsten in de doelgroepenvoorraad zijn namelijk lang, heel lang. En dit geldt ook voor senioren die graag kleiner zouden willen wonen. Op de Nieuw Benedictus was een ongelofelijk grote over inschrijving te zien. Dus de vraag is er. En juist deze woningen zorgen voor doorstroming waardoor je iets kan doen aan de wachtlijsten. Maar met dit bod, bouwen we de komende jaren ook vrijwel geen seniorenwoningen in de sociale sector. Dus komen we ook daarmee wederom geen stap verder.
Natuurlijk kan je je verschuilen achter percentages en vergelijkingen met andere gemeenten en we weten allemaal dat een aantal gemeenten in de regio ver achterblijven in de doelstellingen zoals eerder vastgelegd, maar dit bod is van de gemeente Rijswijk. En daarvoor zijn wij toch echt zelf verantwoordelijk. De woningzoekenden in Rijswijk zullen de komende jaren wanneer ze weer eens achter het net vissen en zich afvragen waarom het toch niet lukt, dit raadsvoorstel nog eens kunnen laten passeren. En daarmee ook de fracties die hier voor gaan stemmen.
In antwoord op de vragen die we aan de wethouder hebben gesteld aangaande het percentage doelgroepenvoorraad dat overblijft, wordt op een dusdanige wijze gegoocheld met cijfers dat het voor een leek al helemaal niet meer te doorgronden is. We hadden 52%, we gingen een jaar geleden, dus nadat de koerswijzigende motie was overgenomen, naar 48% (de wethouder spreekt zelf in haar beantwoording ook nog van 46% in een latere rapportage, wat wij nergens hebben kunnen terugvinden). En nu komen we, zonder duidelijke grondslag, uit op 43% van de totale woningvoorraad. En dat allemaal zonder dat er een ander college is komen te zitten. Het lijkt erop dat de wisseling van wethouder op deze portefeuille een zware impact heeft gehad.
GroenLinks gaat geen goedkeuring geven aan een voorstel waarin we de financieel zwaksten in de samenleving in de kou laten staan en ze geen gelijkwaardige kansen krijgen wanneer het gaat om wonen.