Komend weekend zal in Rijswijk het gebied waar het belanghebbendenparkeren geldt, fors worden uitgebreid. Een maatregel die geen oplossing biedt voor het beslag dat het autoparkeren op de openbare ruimte legt en bovendien de gemeente alleen maar geld kost. GroenLinks wil dat daar een einde aan komt. Kortom: stop de parkeersubsidie.
Het autobezit is in de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. En in Rijswijk is dat autobezit veel hoger dan in de ons omringende gemeenten en dat terwijl er weinig verschillen zijn in stedelijkheid, vermogensverdeling, werkgelegenheid en de beschikbaarheid van openbaar vervoer. In plaats van die ontwikkeling tot in het oneindige te blijven faciliteren (hoe lang kun je dat vol blijven houden?), willen we er uiteindelijk naar toe dat er minder auto's komen.
We willen geen parkeerplaatsen opheffen, maar we willen naar een situatie toe waarin er uiteindelijk minder parkeerplaatsen in de openbare ruimte nodig zijn om alle auto's te stallen. Dus niet stoppen met het mogelijk maken van parkeren, maar de voorwaarden scheppen waardoor er uiteindelijk minder parkeerplaatsen nodig zijn.
Het beeld dat veel mensen bij subsidie hebben, is de verspilling van publieke gelden. Iets dat zichzelf niet in stand kan houden zonder dat wij er geld op bijleggen. In de discussie over het parkeerbeleid hebben we gekozen om het prikkelende woord 'parkeersubsidie' te gebruiken, om duidelijk te maken dat er wat ons betreft te veel (financiële) middelen worden ingezet om het parkeren van een ongelimiteerd hoeveelheid auto’s maar mogelijk te blijven maken zonder dat daar vanuit de ontvanger, de autobezitter, iets tegenover staat. Vaak realiseert men zich niet dat het autoparkeren veel beslag legt op publieke middelen, middelen die ook voor andere doeleinden zouden kunnen worden aangewend.
Maak het verschil
Het terugdringen van het autobezit kan niet alleen komen van het Rijk of Europa. Juist de lokale gemeente en haar inwoners kunnen daarin een grote rol spelen. De gemeente gaat over het parkeren, over fietsvoorzieningen, over lokaal openbaar vervoer, de inrichting van de openbare ruimte, de afstelling van de stoplichten, enz. Allemaal zaken die van invloed kunnen zijn op de beslissing of je al dan niet een of meerdere auto’s aanschaft of aanhoudt.
Bij het maken van die beslissing lijkt de parkeerdruk dan weer minder uit te maken. Een hoge parkeerdruk (hoe vervelend dat ook wordt ervaren) is voor autobezitters geen reden om af te zien van een tweede of volgende auto, een duurdere vergunning is dat wel. Een gedragsverandering is kennelijk alleen haalbaar is met financiële prikkels van overheidswege, hoe graag we dit ook anders zouden willen zien.
Het belanghebbendenparkeren is nu niet kostendekkend. Met een prijs van nog geen 45 euro per jaar per vergunning, is het onmogelijk om alle kosten die de gemeente maakt voor de in- en uitvoering te financieren. Daarvoor moet de gemiddelde prijs voor een vergunning op minimaal 200 euro per jaar liggen. De uitgaven van het belanghebbendenparkeren gaan vooral zitten in de handhaving wat nodig is om deze maatregel effectief te maken. Het geld dat we uitgeven aan het in- en uitvoeren van belanghebbendenparkeren, kunnen we niet meer uitgeven aan andere zaken waar de gemeente Rijswijk over gaat (bijvoorbeeld aan zorg en groenonderhoud).
Ruimte
Als je je auto op eigen terrein parkeert, heb je daar (vaak fors) geld aan uitgegeven door die grond te kopen of te huren. Mensen die op eigen terrein parkeren en mensen zonder auto betalen voor het parkeren van andermans auto door de gemeentelijke belastingen waarvan het vergunningparkeren wordt betaald. Bovendien legt het autoparkeren veel beslag op publieke middelen. Autobezitters die beschikken over een eigen garage stallen nu vaak hun auto in de openbare ruimte, zodat ze hun garage voor andere dingen kunnen gebruiken. Als we het omdraaien zouden we die openbare ruimte ook voor andere dingen kunnen gebruiken.
Voor fietsparkeren bijvoorbeeld. Als autobezitters overstappen op de (elektrische) fiets, levert dat meer ruimte op. Daarvoor is het belangrijk dat mensen hun fiets veilig kunnen stallen. In een fietstrommel kan dat, maar daarvoor is nu een wachtlijst.
Gemiddeld staat een auto meer dan 90% van de tijd stil. Dat kan efficiënter door die auto te delen met bijvoorbeeld de buren. Zo kunnen we met veel minder auto’s dezelfde mobiliteit organiseren. De kosten dalen, de milieuvervuiling neemt af evenals de druk op de openbare ruimte en het geeft een mooier straatbeeld. Uiteindelijk zullen er minder parkeerplaatsen in het openbaar gebied nodig zijn en ontstaat er meer ruimte voor bijvoorbeeld spelen en groen.
De eerste stappen daarvoor zijn nu gezet. Vorige week maakte de ANWB bekend dat ze in Leeuwendaal start met een pilotproject autodelen door en voor hun leden. Na een mondelinge vraag van GroenLinks raadslid Marieke Alberts heeft wethouder Van Hemert van verkeer en vervoer toegezegd dat de gemeente Rijswijk mee gaat doen met de Autodeel Award van Natuur en Milieu met als doel de grootste versnelling met autodelen te maken in één jaar tijd te beginnen op 31 maart 2015.