De gemeente Rijswijk loopt het risico de drie grote decentralisaties (Jeugdzorg, WMO en Participatie) in te gaan zonder een behoorlijke financiële controle op de 51 miljoen euro die het Rijk aan de gemeente ter beschikking zal stellen voor dit doel. De gemeenteraad stelt deze week de nota vast waarin de hoofdlijnen voor deze decentralisaties zijn neergelegd, maar een paragraaf over de wijze waarop de controle op de besteding van de gelden is neergelegd, ontbreekt.
Vanaf volgend jaar moet Rijswijk, net als alle andere gemeenten in Nederland, extra taken op het gebied van langdurige zorg, jeugdzorg en werk gaan uitvoeren. Bij het controleren of het geld voor deze kwetsbare groepen goed en efficiënt wordt ingezet, krijgen gemeenteraden ondersteuning door lokale rekenkamers, maar in Rijswijk niet. “De coalitiepartijen CDA, OR, PvdA en VVD hebben in een eerder stadium de wettelijk verplichte rekenkamercommissie wegbezuinigd en daarmee de financiële controle op het eigen college om zeep hebben geholpen”, vertelt GroenLinks raadslid Lammert van Dijk. “Dat is ronduit schandalig.”
De straks beschikbare 51 miljoen euro bedraagt meer dan een derde van de omvang van de huidige gemeentebegroting. Een deugdelijke controle op de besteding van deze middelen is van groot belang. Eerder uitten de Algemene Rekenkamer en de VNG al hun zorgen over een gebrek aan controle op deze nieuwe gemeentetaken. Deze instanties vroegen zich af of de gemeenteraden wel in staat zijn om de controle op deze complexe decentralisaties en deze enorme bedragen op een goede manier te verrichten. Zonder rekenkamer lijkt dit helemaal een onmogelijke opgave.
GroenLinks Rijswijk stelde onlangs aan het college van burgemeester en wethouders schriftelijke vragen om duidelijkheid te krijgen over de wijze waarop de controle zal plaatsvinden, maar een antwoord op die vragen heeft het college niet. Lammert van Dijk (tevens advocaat) ergert zich dood: “Veel verkiezingsballonnen zijn gevuld met gebakken lucht. Juist de partijen die van de daken schreeuwen dat ze de financiën op orde willen hebben staan niet vooraan als het gaat om een goede financiële controle, integendeel.”